-
1 ein flottes Leben führen
Wörterbuch Deutsch-Niederländisch > ein flottes Leben führen
-
2 flott
♦voorbeelden:flott mit Geld umgehen • royaal met geld omgaanein flottes Mundwerk haben • rad van tong zijnflotte Musik • vlotte, zwierige muziekflott vorangehen, vorankommen • snel opschieten, vorderen -
3 merry
adj. gelukkig; dronken[ merrie] 〈 merriness〉♦voorbeelden:Merrie England • het goeie, ouwe Engelandlead a merry life • een vrolijk leventje leidenmake merry • pret makenmake merry over • zich vrolijk maken over -
4 gay
adj. vrolijk; bont--------n. homosexueel (houdt van mannen; door hetzelfde geslacht aangetrokken)gay1[ gee] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 homo(fiel) ⇒ nicht, lesbienne————————gay2〈bijvoeglijk naamwoord; gayer; gaily; gayness〉♦voorbeelden:gay marriage/blessing • homohuwelijk -
5 step out
См. также в других словарях:
Frau — 1. Alle Frauen sind Eva s Tochter. Dän.: Alle mandfolk ere Adams sönner og quindfolk Evæ døttre. (Prov. dan., 6.) 2. Alle Frauen sind gut. Die Engländer fügen boshaft hinzu: zu etwas oder nichts. (Reinsberg I, 59.) 3. Alte Frau – Liebe lau. In… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Leute — 1. A de richa Lüta werd ma nüd rüdig1. – Sutermeister, 143; Tobler, 371. In Appenzell: Von den reichen Leuten bekommt man nicht leere Hände. (Tobler.) 2. Albern Leut dienen nicht in die Welt. – Petri, II, 4. 3. Alberne Lüe sind ock Lüe. (Hannover … Deutsches Sprichwörter-Lexikon